Een zeer kort verhaal is een fenomeen. Het zogenoemde zkv is een verhaal van amper een bladzijde lang, maar wel echt een verhaal. Om in zo weinig woorden zoveel te kunnen vertellen, in een bijzondere stijl, literair en ook alledaags, dat is erg knap. A.L Snijders kon het. Hij was eigenlijk de uitvinder van het zkv.
Schrijver A.L. Snijders, in juni van dit jaar op 83-jarige leeftijd overleden, is de enige die zo’n eigen genre op zijn naam heeft staan. A.L. Snijders was het pseudoniem van Peter Cornelis Müller. De naam die hij als schrijver aannam had hij volgens kenners gewoonweg uit het telefoonboek opgediept. Als je hem zag, hij was een aantal keren op televisie en er werd in 2012 een documentaire over hem uitgezonden in het televisieprogramma Het Uur van de Wolf (Een handige dromer), kon hij net zo goed je buurman zijn, maar tegelijkertijd voelde je dat er iets bijzonders aan hem kleefde. Hij had een kijk op de wereld die hij bijzonder goed in woorden kon vatten. In zo weinig mogelijk woorden, maar wel helemaal raak. Soms leek het alledaags, soms bijzonder vreemd, soms zelfs op slap geouwehoer zoals sommige lezers het duidden. Maar altijd fascinerend. Het gewone leven wist hij in amper een paar honderd woorden, meestal niet meer dan één boekpagina, en in een sterk verhaal te vatten. Dat is overigens veel lastiger dan een verhaal vertellen in veel meer woorden. Snijders was er een kei in.
Hij had niet de rust om een lang verhaal te schrijven
Hij was in zijn werkzame leven onder meer docent Nederlands aan middelbare scholen en aan de politieacademie in Lochum. Hij schreef columns voor kranten. In 2002 startte hij het zkv. Volgens zijn uitgever Martien Frijns kon Snijders geweldig mooi schrijven en had hij gewoonweg niet de rust om bijvoorbeeld een langer verhaal of zelfs een roman te schrijven Zo ontstond het korte verhaal, waar hij heel goed in werd.
De eerste bundel vol korte verhalen verscheen in 2006: ‘Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk’. Er zouden nog elf bundels volgen. De laatste: ‘Tat Tvam Asi’, een enorme dikke pil, verscheen in april van dit jaar. Ook las hij iedere zondagochtend een van zijn verhalen voor op NPO-radio 4. In 2010 ontving Snijders nog de Constantijn Huygensprijs, een belangrijke oeuvreprijs.
Een kort verhaal van A.L. Snijders
Fornuis en kegelbaan
‘Met een hoofd als een brandend fornuis, een stem als een kegelbaan en het houten been dat op het podium dreunt.’ Zo beschrijft Saul Bellow Valentine Gersbach, de rivaal van Moses Herzog- een vrouwengeschiedenis, Gersbach doet het met de vrouw van Herzog.
Ik denk aan het fornuis en de kegelbaan als ik ’s morgens tussen 7 en 8 in een beukenbos bij Vorden fiets, 12 kilometer van huis. Er hangen dichte nevels tussen de grote stammen, de zon staat laag. Wat ik zie is slechts met één woord te beschrijven: onbeschrijfelijk.
En juist daar klapt mijn achterband met een driftige fluittoon. Ik ga op een bank bij een vijfsprong zitten. Twaalf kilometer is twee uur lopen. Ik bel naar huis, na twintig minuten komt de auto aanrijden.
(uit: Een handige dromer, 2010)
Foto: Door Michiel Hendryckx – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65943742