Dinsdagmiddag kregen de beheerders van de voetbalvelden van sportcomplex het Bolwerk, uit handen van wethouder Durk Stoker, de sleutels overhandigd van de nieuwe hekken.
En daarmee werd de upgrading van de sportvelden officieel afgesloten. Die begon vorig jaar september. Nadat in de zomermaanden diverse vernielingen op en rond de sportvelden waren aangericht werd de publiciteit opgezocht en contact gelegd met de gemeente. Samen met de wethouder werd een rondgang gemaakt op de sportvelden en was de conclusie dat er wat moest gebeuren. Het hekwerk rondom de velden was gewoon dermate slecht en gedateerd.
Zo konden de vandalen vanaf het parkeerterrein buiten het sportveld via het groen wat rond de velden ligt gemakkelijk op de sportvelden komen en even gemakkelijk “vluchten”.
Naast al het hekwerk zijn in deze fase ook de doelen vervangen en zijn er nieuwe ballenvangers gekomen. Er zal nog gekeken worden naar het groen rondom de velden.
De voetbalclubs hopen dat als er straks één club is er meer aangepakt zal worden op de sportvelden. Zo is de wens er nog voor een tweede kunstgrasveld, nieuwe kleedkamers en een nieuwe kantine.
Wethouder Stoker gaf aan dat hij respect heeft voor een club die straks 1000 leden telt. Voorlopig zegt de wethouder niets toe, hij wil eerst afwachten wat er uit de werkgroep gaat komen die samengesteld gaat worden met betrekking tot de sportvoorzieningen in Bolsward en ook dus naar het sportcomplex. De centrale vraag daarbij is:”Hoe ziet het Bolwerk er over 15 jaar uit”. Deze oproep deed de wethouder enkele weken geleden in de bijeenkomst van Sporthart Bolsward.
Ook pleit de wethouder ervoor om goed te kijken naar hoe je om zou moeten gaan met de onderhoudsgelden. Binnen nu en 2 tot 3 jaar staat er groot onderhoud gepland voor een aantal velden. Ook hier wil de wethouder, samen met SC Bolsward, gaan kijken naar hoe dit in te vullen is en hoe je slim om kunt gaan met de middelen die er zijn.
Klik op foto voor groot formaat
Op de foto overhandigd wethouder Durk Stoker de sleutels aan Jan Breeuwsma. Andre Bons kijkt toe