Het zomerijs in Thialf kent nog maar een korte periode, dan spreken we weer van winterijs. Dat had schaatskampioen Eppie Bleeker uit Bolsward in zijn tijd niet kunnen bedenken. Een stukje geschiedenis.
In de nadagen van onze Hollandse zomer gaat de blik weer richting de herfst. Tot een aantal jaren geleden moest je dan nog een paar weken geduld hebben, dan ging de ijsbaan weer open. Tegenwoordig gaat een Hollandse zomer gepaard met zomerijs. De professionele schaatsers trainden al vanaf 21 juni op het ijs van Thialf ter voorbereiding op de Winterspelen van Beijing 2022. Sinds begin juli schaatsen de leden van verenigingen er hun rondjes. Het ijs van Thialf wordt tot halverwege deze maand officieel ‘zomerijs’ genoemd. Daarna gaan we het winterijs weer gebruiken.
De teams die hiervan gebruik hebben gemaakt, Jumbo-Visma, Reggeborgh, Zaanlander en Worldstream hebben extra geld betaald om de baan twee weken eerder te kunnen gebruiken dan de eerder geplande start begin juli. Zomerijs kost een lieve duit. En dan te weten dat het ijsstadion al tijden in zwaar weer verkeert. Vanaf volgend jaar deze tijd zullen sportkoepel NOC*NSF, de KNVB, de provincie Friesland en de gemeente Heerenveen het ijsstadion financieel helpen met een bedrag van 1,4 miljoen euro.
Bolswarder schaatser Eppie Bleeker
Toch worden kosten nog moeiten gespaard om zomerijs te creëren. Als je je realiseert dat in de tijd dat Bolswarder Eppie Bleeker in de jaren zeventig zijn sprintjes trok (goud in 1974 en 1975 op NK sprint), was er zo lang nog niet sprake van kunstijsbanen in Nederland. Zonder dak welteverstaan.
De eerste 400 meter kunstijsbaan was de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Deze opende in 1961 haar deuren. Het was in die tijd de derde wedstrijdbaan met kunstijs in de wereld. In Gotenburg was twee jaar eerder een kunstijsbaan gerealiseerd en in Squaw Valley in Californië werd een kunstijsbaan van dat formaat aangelegd voor de Olympische Winterspelen in 1960. Zowel de baan in Gotenburg als in Squaw Valley bestaan niet meer.
IJs gemaakt met chloor en ammoniak
In die tijd was de Jaap Edenbaan een hoogstandje van techniek, want het was de eerste 400 meter baan ter wereld met verdampende ammoniak in de koelbuizen. Het voordeel daarvan was dat je daarmee op een energiezuinige manier ijs kon maken. Het scheelde wel 25 procent aan kosten ten opzichte van eerdere (kleinere) banen waar ijs werd gemaakt en die indirect werkten op pekel, koud gemaakt met Freon 22 (chloordifluormethaan). Dat laatste koudemiddel mag tegenwoordig niet meer worden gebruikt omdat dit het milieu beschadigt. Maar ammoniak, zo zal later blijken, was ook zo onschuldig niet.
In de jaren zestig van de vorige eeuw ontstonden ook de plannen voor een kunstijsbaan in Heerenveen. In 1966 ging de eerste paal de grond in en op 14 oktober 1967 werd de ijsbaan geopend. In 1986 kwam er een dak op en werd Thialf de tweede overdekte 400 meter baan ter wereld. Toen schaatste Eppie Bleeker al niet meer.
Duurzame baan met razendsnel ijs
In de zomer van 2001 werd de baan vernieuwd en kwamen er extra banen op het middenterrein. Ook kwam er een tunnel onder de baan door naar dat middenterrein. Bovendien werd er in 2004 een halt toegeroepen aan het gebruik van milieuvervuilend ammoniak om ijs te maken. In 2015 kreeg het station ruim vijfduizend zonnepanelen op het dak. Het is hiermee de meest duurzame baan ter wereld. Bovendien biedt Heerenveen razendsnel ijs, voor een laaglandbaan.
Sprinters weten daar alles van. In de tijd van Eppie Bleeker bestonden er overigens nog maar net aparte sprintkampioenschappen. In 1972 werd voor het eerst officieel een WK sprint gehouden. In 1973 waren Jos Valentijn en Eppie Bleeker twee en drie achter de Rus Moeratov. Tegenwoordig is Bleeker vooral een fervent wandelaar geworden, inmiddels woonachtig in Balk.
Foto Eppie Bleeker: By Verhoeff, Bert / Anefo – [1] Dutch National Archives, The Hague, Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau (ANeFo), 1945-1989, Nummer toegang 2.24.01.05 Bestanddeelnummer 926-9362, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=30770367
Foto Thialf: Roy Klompmaker, bouwenmetstaal.nl