Bergen wasgoed, een fikse rij schoenen in de gang, een pan met twaalf gehaktballen en een huiskamer vol speelgoed. Dat lijkt het beeld van het huis van een gezin met veel kinderen, heel veel kinderen. Maar ook opvallend vaak blijkt zo’n huis opgeruimd en gaat het er georganiseerd aantoe. Dat moet wel als je twaalf kinderen hebt. Twaalf? Precies. Het lijkt niet meer van deze tijd, maar toch zijn ze er nog: grote gezinnen. De Friese Anita Terpstra schreef er een paar jaar geleden een boek over en ook de media duikt er regelmatig bovenop middels televisieprogramma’s.
Journalist en schijfster Anita Terpstra (Hallum) was altijd al nieuwsgierig naar hoe het eraan toegaat in grote gezinnen en schreef er het boek ‘Het huis vol’ over dat in 2018 verscheen. Het laat zien hoe grote naoorlogse gezinnen leefden. Het contrast met tegenwoordig kan niet groter. “In 2015 kregen vrouwen gemiddeld 1.66 kinderen. Honderd jaar eerder waren dat er nog 4.45. Echtparen die rond 1870 trouwden, kregen gemiddeld zelfs 8 kinderen”, schrijft ze in haar boek.
Eerder kwam het fotoboek ‘Kinderrijk’ uit. De foto’s zijn gemaakt in de periode tussen 1996 en 2002 door fotografe Annie van Gemert die het dagelijks leven vastlegde van grote families bestaande uit ouders met dertien, veertien of zestien kinderen. De zwart-wit foto’s geven een nostalgisch beeld, maar het is gewoon heus zo lang geleden niet.
Ook een kaart van Nederland uit 2017 (CBS), nog minder lang geleden, laat zien dat Friesland nog hoog scoort als het gaat om gezinnen met vier kinderen of meer. Met name in noordoost Friesland wonen nog relatief veel grotere gezinnen (21 tot 30 procent).
Gemiddelde gezinswoning; ieder kind een eigen kamer
Maar écht grote gezinnen treffen we steeds minder vaak. Onze huizen lijken er ook niet meer op ingericht. Een rondje Funda laat zien dat er vooral gezinswoningen worden aangeboden met gemiddeld drie slaapkamers. In Bolsward is dat niet anders. Aan de Hid Herostraat bijvoorbeeld of de Ludolphusstraat, It Soal of Gravenburg. Overigens al verkocht. Dat gaat tegenwoordig snel, en zo mogelijk aan gezinnen met niet meer dan drie kinderen. Kijken we naar nieuwbouw dan is het beeld niet anders. We rekenen niet meer op grote gezinnen. Een huis met drie slaapkamers wordt tot een gemiddelde gezinswoning gerekend. Soms met een extra zolder. Een gezin past prima in zo’n huis. En er is voor ieder kind een eigen kamer.
Op televisie: gezinnen met meer dan tien kinderen
Dat was dus vroeger wel anders. Een huis met drie slaapkamers, wat overigens niet echt de standaard was, kon wel zes kinderen bergen en in sommige gevallen ook wel meer. Grote gezinnen waren geen uitzondering. De vijftigplusser van nu, afkomstig uit een groot gezin, kan zich het delen van slaapkamers nog wel herinneren. Toen heel gewoon, nu een uitzondering. Dat blijkt wel uit het feit dat er televisieprogramma’s over gemaakt worden zoals ‘Een huis vol’, over gezinnen met meer dan tien kinderen.
Het grootste gezin van Nederland lijkt momenteel nog altijd het gezin Flietstra uit Castricum te zijn met zeventien kinderen, acht meisjes en negen jongens. Ze beheren een eigen website en haalden regelmatig de media. Net zoals de familie Blokland overigens, die in 2011 deelnamen aan ‘Je zal het maar zijn’. Het gezin bestaat uit achttien mensen. Zestien kinderen dus. Volgens de berichtgeving sliepen ze destijds in een grote slaapzaal.
Van tienermoeder tot oudere moeders
Internationaal kan er nog een schepje bovenop. Maar liefst twee elftallen kan het Engelse gezin Radford formeren, want hier tellen we 22 kinderen. Moeder beviel van haar eerste kind op haar veertiende en was toen een tienermoeder. Inmiddels is ze 46 jaar en een van de oudere moeders. In 2020 kreeg ze nog een kindje.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kregen in Nederland in 2019 vrouwen gemiddeld op hun 32,1 jaar een eerste kind. Het laat zich raden dat een groot gezin dan geen optie is. Dan loop je al achter als je er een flink aantal wenst.
In 1975 was van negentig procent van de eerste kinderen de moeder jonger dan 30, in 2019 van 46,1 procent, zo meldt het CBS. Over het aantal kinderen zegt het bureau: ‘De groep vrouwen die twee kinderen krijgt is in Nederland het grootst. Van de generatie vrouwen die in 1970 is geboren en die 50 jaar werd in 2020 had 42,5 procent twee kinderen. Ruim 21 procent had er drie of meer. In oudere generaties was de groep die 3 of meer kinderen kreeg nog het grootst, met 45,6 procent. Voor jongere generaties vrouwen is nog niet duidelijk op hoeveel kinderen zij uiteindelijk uit zullen komen.’ In 2017 werd gemeld dat een op de vijf moeders drie kinderen heeft. ‘Grote gezinnen zijn niet gebruikelijk: een op de tien moeders kreeg vier of meer kinderen, slechts één procent heeft er minimaal zes.’
Tegenwoordig is gezin met vier kinderen al ‘groot’
Veel mensen vinden gezinnen met vier kinderen tegenwoordig eigenlijk al groot. Waarschijnlijk omdat twee of drie eerder de standaard is. En veel producten lijken daarop ingericht. Over de huizen hebben we het al gehad. In een auto passen drie kinderen op een achterbank, twee kinderen op de fiets en eentje er zelf naast fietsend is zo gek nog niet, maar met vier wordt het allemaal wat ingewikkelder. De bakfiets, hoeveel zouden er daarin passen?
Foto: De familie Buddenbruck gemaakt door (C): Stijn Ghijsen