Harm Dunnik neemt, na 31 jaar bestuurschap van stichting Het Weeshuis, aankomende zaterdag afscheid.
Toen Dunnik in 1985 aantrad als bestuurslid zaten er in de gebouwen in de Kerkstraat nog wel kinderen. Dit waren geen kinderen die onder de verantwoordelijkheid vielen van Het Weeshuis aar wel van Hid Hero Hiem, een rijksinstelling. In 1953 vertrokken de laatste weeskinderen uit het weeshuis van Bolsward en werd het omgezet in het kindertehuis Hid Hero Hiem. In 1989 zijn door de centralisatie van de jeugdhulpverlening de kinderen de nog in Bolsward zaten overgeplaatst naar andere jeugdinstellingen in Friesland. Dunnik was al die tijd ook bestuurslid van het kindertehuis.
In 1989 werd Dunnik voorzitter van Het Weeshuis. De stichting ondersteunt jaarlijks een aantal vaste projecten zoals e Mathäus Passion, het Heamiel en het straatfestival Bolstjurrich. Jaarlijks ontvangt de stichting zo’n veertig aanvragen om eenmalige steun voor bijvoorbeeld een muzikale uitvoering. De stelregel hierbij is in ieder geval dat het iets moet zijn wat ten behoeve is aan de gemeenschap van Bolsward.
Half wezenfonds
Het half wezenfonds stampt uit 1908, voor wezen was destijds de opvang in het weeshuis maar voor half wezen was dat heel wat anders. Zij waren vaak de dupe omdat er geen inkomen meer was. Daarom werd het reglement uitgebreid en is dit fonds opgericht. Kinderen die half wees waren kregen hierdoor maandelijks een uitkering van het weeshuis. Pas toen het weduwen en wezenpensioen kwam, werd het omgezet in een fonds voor eenoudergezinnen. Het houdt in dat gezinnen uit Bolsward die net onder en boven het minimum niveau leven een uitkering kunnen krijgen. Het aantal kinderen in Bolsward die maandelijks zo’n uitkering krijgen ligt rond honderd.
Het half wezen fonds is wat Dunnink betreft de belangrijkste taak van het Weeshuis waar hij met een goed gevoel op terugkijkt. Iets wat de stichteres van het Weeshuis ook zo heeft bedoeld, de zorg voor de kinderen die in moeilijke omstandigheden verkeren.
inkomsten
De voornaamste inkomstenbron voor de stichting zijn de landerijen die de stichting verpacht. Ook heeft de stichting een aantal beleggingen gehad. Maar daar is de stichting mee gestopt en heeft men weer omgezet in landerijen. Momenteel heeft de stichting 320 hectare land rondom Bolsward wat verpacht wordt.
Een groot project waar Dunnink met een goed gevoel op terugkijkt is de steun van het Weeshuis aan de bouw van het Marnecollege. Dit deed het Weeshuis samen met de andere twee grote stichtingen in Bolsward, de Hendrick Nannes en Catrijn Epesstichting en Sint Anthony Gasthuis. Hier werd destijds een substantieel bedrag aan gegeven. Het was overigens wel een discussiepunt om deze bijdrage te leveren omdat het een taak van het rijk en gemeente zou zijn. Toch werd gekozen om het bedrag te geven omdat er wel degelijk een Bolswarder belang was, de school zou hierdoor in Bolsward blijven omdat de stad eigenlijk te klein was voor zo’n school.
In een Zwart gat zal Dunnink niet vallen want hij is ook nog secretaris van het Sint Christophorileen tot Oldehove in Leeuwarden, het oudste leen van Friesland uit 1480. Nakomelingen die een universitaire opleiding volgen kunnen een beroep doen op dit leen en velen doen dit tot op de dag van vandaag nog. Dunnink doet hierbij de afstammelingenregistratie en de studentenadministratie. Hierbij worden ook de studieresultaten opgevraagd van de studenten en als die voldoende zijn, volgt de uitbetaling.
Zaterdag zal Dunnink in een bescheiden receptie, afscheid nemen van de pachtende boeren en andere genodigden.