Als kleuter wist ik al dat je je handen moest vouwen om te bidden. De juf of meester riep dan ‘eerbiedig’. Maar dat je ook kon bidden met de benen hebben we als groep van de Doopsgezinde kerk ervaren tijdens het lopen van een labyrint. We liepen die ochtend aan de hand van een tekst de rondgaande paden naar het hart van dit eeuwenoude en symbolische levenspatroon om vanuit het midden weer naar buiten te lopen.
Mooier symbool van het leven zelf is er niet en tegelijk geeft het een diepe betekenis aan het gebed. Een mens moet regelmatig naar binnen keren om gesterkt het leven weer tegemoet te treden.
Bidden met de benen…
De joodse mens bidt staande omdat het gebed hem staande houdt.
In de jaren ’70 verscheen er een boek “Bidden in een theedoek”. Het bevatte column’s van een schrijfster die in een damesblad schreef; zij had zelf een druk gezin en als het haar dan teveel werd, verborg ze haar gezicht in een theedoek om éven weg te zijn.Om zich af te zonderen in de vochtige doek die voorhanden was. Wellicht werden er wat woorden gestameld: ‘geef me kracht’, bijvoorbeeld.
Het mooiste gebed is het uitspreken van dankbaarheid, vertellen dat er nog genoeg is om voor te danken. Vervolgens kan het uitspreken van onze onrust of van onze angsten voor God rust brengen in ons hart.
Het hoeft helemaal niet verpakt te worden in mooie woorden, zo’n tweegesprek met God.
Iemand die buitenkerkelijk was geworden zei eens tegen mij: jullie spreken in de kerk over God in een taal die de mijne niet is, maar jullie spreken vooral tégen God in een taal die de mijne niet is: veel te plechtig en ingewikkeld.
En op de vraag hoe zij dan (nog?)bad, zei ze: “o heel gewoon hoor, ik roep soms als iets gelukt is: dank je wel God”.. .. .. of “ik zit in de problemen” zie je dat God?
Dat is de taal van het gebed in de theedoek.
Toon Hermans wist van bidden en schrijft op zijn eigen manier:
Heer, ik weet niet waar u bent of waar u zich ophoudt in het al
maar toen alles heel erg moeilijk werd; wist ik het ineens wel
U stond naast me : ik kon met u praten
Dat heb ik toen gedaan en het luchtte op
Dank u wel, Heer … Ik weet nu dat ik bij u terecht kan.
En, omdat ik met emeritaat ga en voor het laatst deze column schrijf, bid ik u toe dat u met vertrouwen uw toekomst tegemoet mag lopen!
Biddend met de benen?
Da. Tineke Weidema
Doopsgezinde gemeente